Skip to main content

Caspar heeft met zijn vriendin een concert in Utrecht bijgewoond. Na afloopt brengt hij haar met de auto naar huis. Dat gaat (uiteraard) niet zo hard, dus de motor heeft een laag verbruik: 1 (liter) op 15 (kilometer). Daarna rijdt hij “plankgas” dezelfde weg terug naar Utrecht. Het verbruik is dan 1 op 10. Vanaf Utrecht moet hij nog een stuk naar zijn eigen huis. Daarbij rijdt hij wat rustiger: het verbruik is dan 1 op 12.

Thuisgekomen blijkt hij over de hele reis zeven liter brandstof verbruikt te hebben.

Hoeveel kilometer heeft Caspar (na het concert) gereden?

Antwoord

De afstand van Utrecht tot de woonplaats van zijn vriendin is onbekend, maar die doet er ook niet toe. We kunnen die dus vrij kiezen; we nemen 30 km. Caspar verbruikt dan voor de retourafstand 2 + 3 = 5 liter. Omdat hij daarbij 60 km heeft afgelegd is het gemiddelde verbruik 1 op 12 geweest. Op het laatste gedeelte is het verbruik ook 1 op 12. Kortom: over de hele reis was het gemiddelde verbruik 1 op 12. In totaal heeft hij dus 7 × 12 = 84 kilometer gereden.