Beeldschermen maken in het algemeen gebruik van het zogeheten RGB-kleurenschema. Door juiste dosering van de kleuren rood, groen en blauw zijn zeer veel kleuren te genereren. Bijvoorbeeld: rood en groen geven samen geel licht. Voegen we hieraan de derde basiskleur blauw toe, dan ontstaat wit. Voor velen is dit een verrassing, omdat men vertrouwd is met de regel: geel + blauw = groen (en niet: wit). Zelfs kinderen, die veel met kleur in de weer zijn geweest, weten niet beter. Hoe is deze tegenstrijdigheid op te lossen?
Antwoord
Geel en blauw geven samen wit als het gaat om licht. Door licht aan licht toe te voegen wordt het resultaat steeds helderder en kan men wit bereiken door de juiste combinatie van kleuren te kiezen (zoals: geel + blauw of: groen + paars).
In het dagelijkse leven werken we meestal met kleurstoffen (pigmenten) of filters, die juist licht wegnemen. Een geel glas laat alleen geel door en een aantal kleuren die in het spectrum in de buurt van geel liggen (dus oranje en groen). Een filter is namelijk nooit helemaal zuiver. Een blauw glas doet hetzelfde met blauw en de kleuren die daar in de buurt liggen (namelijk groen en violet). Dit betekent dat alléén het groene licht door beide filters wordt doorgelaten. Dat is dan ook de kleur die je ziet. Weliswaar is dit groen van lage intensiteit omdat elk van de twee filters een deel van het licht wegneemt. Zo is ook te beredeneren dat een rood en een groen filter samen een bruinachtige kleur geven. Bruin is niets anders dan oranje-geel met een lage intensiteit.