Bij neanderthalers denken de meeste mensen meteen aan een domme bruut met een laag voorhoofd. Lange tijd beschouwde men hen als primitievelingen. Ze zouden nog niet zo ver ontwikkeld zijn als ‘moderne’ mensen. Vanuit Bijbels oogpunt kan die visie niet worden gedeeld. Maar hoe zit het dan met de neanderthaler?
Onderzoek toont aan dat neanderthalers helemaal zo dom niet waren. Het blijkt dat ze bijvoorbeeld konden bodypainten! Eigenlijk kun je stellen dat niets menselijks de neanderthaler vreemd was. In december 2009 verscheen in PNAS, het officiële orgaan van de Amerikaanse National Academy of Sciences, een interessant artikel. Wetenschappers gaven hierin aan dat ze het eerste overtuigende bewijs hebben gevonden dat neanderthalers hun lichaam versierden met kleurpigmenten. Er zijn schelpen gevonden met gekleurde resten die volgens de onderzoekers gebruikt zijn als ‘make-updoosjes’. De vondsten zijn op twee verschillende plaatsen gedaan in de provincie Murcia in Zuid-Spanje.
Neanderthalers gebruikten medicijnen
Uit onderzoek naar het tandplak van neanderthalers bleek verder dat ze al kennis hadden van ‘moderne’ medicijnen als aspirine en penicilline. In tandplak worden bacteriën en minuscule stukjes voedsel gevangen. Dat geeft dus een bron van informatie voor wetenschappers. Zo ontdekten ze dat Belgische neanderthalers het vlees van wolharige neushoorns en schapen aten, aangevuld met wilde paddenstoelen. Neanderthalers uit Spanje hielden er een vegetarisch dieet op na.
De opmerkelijkste vondst was dat een van de Spaanse neanderthalers een abces in zijn kaak had, waarschijnlijk het gevolg van een kaakontsteking. Ook bleek hij last te hebben gehad van een darmparasiet. Maar daar bleef het niet bij. In zijn tandplak werden ook sporen gevonden van ‘medicijnen’: penicillium-schimmels en populier. In de naam van de schimmel herken je misschien al het antibioticum penicilline. De geneeskrachtige werking van de populier is wat minder voor de hand liggend. Maar in de populier zit salicylzuur, en dat is het hoofdbestanddeel van aspirine. Deze neanderthaler gebruikte dus medicijnen!
De wetenschappers dateren de onderzochte tandplak op 42.000-50.000 jaar oud. De meeste creationisten plaatsen neanderthalers echter tijdens de ijstijd, die volgde op de zondvloed. Dat zou de ouderdom van deze mensen terugbrengen tot ‘slechts’ 4000-4500 jaar. Dat maakt het echter niet minder bijzonder dat deze ‘primitieve’ na-zondvloedse mensen al wisten welke natuurproducten een geneeskrachtige werking hadden.
Neanderthalers hadden een ‘aansteker’
Het bleef niet bij make-up en medicijnen. Het is nu ook bekend dat neanderthalers een soort aansteker gebruikten: bruinsteen.
Het was al langer bekend dat neanderthalers bruinsteen (mangaandioxide) gebruikten voor het maken van grottekeningen. Maar nu is er archeologisch bewijs dat het goedje ook gebruikt werd om een vuur aan te steken. Stukjes bruinsteen werden dan bij fijne houtbrokjes gelegd. Bruinsteen zorgt ervoor dat de ontbrandingstemperatuur wordt verlaagd. Hierdoor vat het hout sneller vlam. Het is opmerkelijk dat neanderthalers dit wisten, want bij hedendaagse jager-verzamelaarculturen is het gebruik van deze kennis tot nog toe onbekend.
Neanderthalers konden gewoon praten
In Weet Magazine stonden al eerder studieresultaten die erop wezen dat de neanderthaler een gewoon mens was (forser en sterker weliswaar dan de moderne mens, maar toch…). Ze maakten grotschilderingen (Weet 17), kookten hun voedsel, maakten gebruik van geavanceerde werktuigen, begroeven hoogstwaarschijnlijk hun doden en versierden zich met verentooien (Weet 18).
Het lijstje kan worden aangevuld met de vondst dat ze waarschijnlijk gewoon taal hadden. In een kort artikel werd bericht over de vondst van een tongbeen van een neanderthaler. Daaruit bleek dat het strottenhoofd van deze oermensen precies leek op dat van een modern mens. Het was alleen iets groter. Deze ijstijdmensen waren dus waarschijnlijk gewoon in staat om te communiceren, precies zoals de moderne mens dat doet. De bevindingen van de Nijmeegse wetenschappers komen voor creationisten dan ook niet als een verrassing.
Ook wezen we op genetische studies naar een belangrijk gen dat spraak mogelijk maakt: het FOXP2-gen. Die studies laten twee typisch menselijke eigenschappen zien. Die eigenschappen vind je niet bij apen, maar wel bij de neanderthaler.
Nieuwe onderzoeken hebben ervoor gezorgd dat het onderscheid tussen de moderne mens en de neanderthaler wegvalt. Het vermogen van de neanderthaler om informatie te verwerken was vergelijkbaar met dat van moderne mensen. Ongeciviliseerde bruten waren het zeker niet. Het wordt tijd dat de leerboeken, museumbordjes en documentaires dit verouderde beeld corrigeren.
Neanderthalers maakten sieraden
In de Grotte du Renne in Frankrijk zijn kraaltjes gevonden – niet meer dan een centimeter in diameter – gemaakt van bot, ivoor en schelpjes. Ze zijn doorboord, om aan een ketting gehangen te worden. Dat betekent dat de makers over hele fijne gereedschappen moesten beschikken. Omdat ze gevonden zijn op een plek die in verband wordt gebracht met neanderthalers, denken sommige wetenschappers dat ze ook echt van neanderthalers zijn. En dat kan best. Volgens het Bijbelse wereldbeeld waren neanderthalers gewone mensen die in de periode na de zondvloed leefden.
Sommige wetenschappers zullen naar andere manieren moeten gaan zoeken om de bevindingen rond neanderthalers in een plaatje te passen. Volgens hen zouden de neanderthalers immers veel te primitief zijn geweest om zulke fijne sieraden te kunnen maken. Maar alles wijst er toch echt op dat de kralen door neanderthalers zijn gemaakt… Daarom ontkennen sommige wetenschappers liever de feiten, en zoeken ze naar een andere theorie, zoals dat deze sieren gemaakt zouden zijn door veel ‘modernere’ mensen.
Neanderthalers waren close met hun familie
Uiteindelijk zijn de neanderthalers uitgestorven. Ze leefden waarschijnlijk in kleine groepen, wat kan hebben bijgedragen aan hun ondergang. Dat blijkt ook uit onderzoek naar het DNA van een vrouwelijke neanderthaler. Zij leefde ooit in Siberië. Haar resten zijn daar gevonden in een grot die Chagyrskaya heet. In haar DNA bleek veel minder variatie te bevatten dan het genoom van mensen tegenwoordig. Dat komt volgens de onderzoekers doordat neanderthalers in kleine, geïsoleerde groepen leefden.
Een van de onderzoekers, Fabrizio Mafessoni, werd geïnterviewd door een journalist van de populairwetenschappelijke nieuwssite Scientias. Mafessoni vertelt in het artikel dat hij echt verbaasd was toen hij zag dat in het genoom van de Chagyrskaya-neanderthaler – net als in dat van een eerder onderzochte Siberische neanderthaler – veel omvangrijke homozygote gebieden te vinden waren. Dit zijn gebieden waarin het genoom van de vader en het genoom van de moeder van het individu aan elkaar gelijk zijn. Sterker nog, ze „ontdekten dat alle neanderthalers waarvan tot op heden het genoom in kaart is gebracht, meer van deze gebieden hebben dan bijna alle moderne menselijke populaties, en zelfs meer dan de Denisova-mensen. Deze gebieden ontstaan wanneer individuen in een populatie verwant aan elkaar zijn en dus grote delen van hun genoom identiek zijn.”
Mafessoni’s constatering past goed binnen een Bijbels scenario waarbij neanderthalers kort na de zondvloed leefden, en na de spraakverwarring Europa en Rusland introkken. Daar kwamen ze in een lege wereld met een vijandig klimaat. Dat dwong hen om in kleine groepjes te leven en kinderen te krijgen met naaste familieleden. Mogelijk dat inteelt ook aan hun uitsterven heeft bijgedragen.
Weet meer:
www.weet-magazine.nl/neanderthalers-hadden-aansteker
www.weet-magazine.nl/neanderthalers-maakten-sieraden
www.weet-magazine.nl/neanderthalers-waren-close-met-familie
www.weet-magazine.nlneanderthalers-waren-close-met-familie-2