Voor de kwaliteit van het Australische zeewater zijn oesterriffen van levensbelang. Maar als gevolg van overbevissing en vervuiling zijn die riffen in rap tempo verdwenen. Daarom is de Australische natuurbeschermingsorganisatie The Nature Conservancy overgegaan tot de aanleg van kunstmatige oesterriffen, wat bijdraagt aan een schonere oceaan en een veiligere kust. Zo helpt de mens de natuur.
Wat koraalriffen doen in de tropische zee, doen oesterriffen in de wat meer gematigde gebieden. Ze zuiveren het water, beschermen de kustlijn en vormen een thuis voor allerlei zeeleven. Oesters worden echter geoogst voor restaurants, en de riffen worden afgebroken voor de productie van kalk. Op die manier is al 90% van de riffen verdwenen, en van één oestersoort, Ostrea angasi, is er nu nog maar één natuurlijk rif over in Australië. Daarom is The Nature Conservancy een ambitieus project gestart: de aanleg van 60 oesterriffen in zes jaar tijd. Dat gaat als volgt.
Eerst gaat men op zoek naar een geschikte plek. Als die is gevonden, maakt men daar de basis van het rif met kalksteen en schelpen die als afval terugkomen van restaurants. Tenslotte worden er miljoenen babyoesters en -mossels op uitgezet, afkomstig van kwekerijen. De natuur doet de rest.
Zo wil men deze ecosystemen voor uitsterving behoeden. Dat is niet alleen goed voor de oceaan, maar het creëert ook banen, bijvoorbeeld in de visserij. Want omdat oesters voedingsstoffen voor vissen afscheiden, betekent de aanwezigheid van meer oesters dat er meer voedingsstoffen in het water terechtkomen, en dus zal de vispopulatie toenemen.
Weet meer:
www.weet-magazine.nl/oester-rif
Afbeelding: Wikimedia Commons
Dit wetenschapsnieuwtje verscheen eerder in Weet Magazine. Meer lezen? Neem dan een abonnement en ontvang elke twee maanden de nieuwste Weet!