Een rivier in Canada is plotseling verdwenen! In slechts vier dagen kwam de hele rivierbedding droog te staan. Nu volgt het water een andere route. Hoe is dat zo gekomen?
De Slims River in het Canadese territorium Yukon is niet meer. De rivier was zo’n 24 kilometer lang en gemiddeld 480 meter breed en mondde uit in het Kluanemeer. Nu is er niets meer over dan een modderige bedding. De oorzaak daarvan vind je aan het begin van de voormalige rivier. Slims werd namelijk gevoed door een deel van het smeltwater van de Kaskawulshgletsjer. De rest ging een andere kant op, door de Alsekrivier. Doordat veel ijs van deze gletsjer in korte tijd smolt kon het smeltwater een diepe geul uitslijten. Hierdoor verdwijnt al het smeltwater via de Alsekrivier in de Golf van Alaska.
Langzaam proces
De ‘omlegging’ van de Slims River ging snel. In slechts vier dagen tijd was het water verdwenen. Als je uitgaat van een miljarden jaren oude aarde is dit een oogwenk. In de aardlagen vind je ook sporen van oude rivierbeddingen, waarvan de rivier zelf een andere koers is gaan volgen. Tot nu toe ging men ervan uit dat deze koersveranderingen honderden of duizenden jaren duurden, het was dus een langzaam proces. Voor het eerst in de geschiedenis zijn mensen getuige geweest van een snelle verandering van een waterstroom. Dat kan je aan het denken zetten: kunnen koerswijzigingen in het verleden ook snel zijn gegaan?
De kracht van water
Het zal je niet verbazen dat stromend water een enorme kracht heeft. Hoe groot die kracht precies is werd nog eens pijnlijk duidelijk toen in februari een Amerikaanse stuwdam beschadigd raakte…
In de Amerikaanse staat Californië ligt de hoogste stuwdam van het land: de 235 meter hoge Oroville Dam. Door zware regenval steeg in februari het waterniveau zo erg dat men overtollig water via de noodoverlaat moest laten wegstromen. De ingenieurs zagen toen een apart stroompatroon ontstaan. Wat bleek? Het snelstromende water had halverwege de overlaat een gat geslagen in het beton en het onderliggende gesteente!
Helaas was er geen tijd om het gat te repareren. Het water van de Feather River, waarin de Oroville Dam zich bevindt, bleef namelijk stijgen. De ingenieurs waren bang dat de tweede overlaat het overtollige water niet aan zou kunnen. Ze hadden daarom geen keus en moesten de beschadigde overlaat weer in gebruik nemen, met als gevolg dat meer dan 180.000 mensen uit voorzorg moesten worden geëvacueerd.
Schade
Toen het waterniveau in het stuwmeer eindelijk een beetje was gezakt, werd de omvang van de schade pas echt goed duidelijk. Het water had het beton van de overlaat gestript. Er was een ‘krater’ uitgesleten van vijftig meter diep. Een deel van het snelstromende water had naast de overlaat een nieuwe geul uitgesleten, dwars door de harde ondergrond heen. Naar schatting is hierdoor 1,3 miljoen kubieke meter gesteente weggespoeld.
De ramp met de Oroville Dam toont aan dat zelfs hard gesteente in een mum van tijd door stromend water kan worden weggespoeld. Hoewel erosie op veel plekken ter wereld vandaag de dag langzaam gaat, kan het dus ook snel gebeuren. Wereldwijd tref je veel van dat soort erosiesporen aan. Wat bij de Oroville Dam ‘in het klein’ gebeurde, vond vroeger op grote schaal plaats. Bijvoorbeeld toen het water zich na de zondvloed terugtrok.