Waarom eet de gemiddelde Nederlander wel wekelijks hamlapjes of gebakken kip, maar geen struisvogelburger of gefrituurde cavia?
Kip, rund en varken vormen in Nederland de drie meest gegeten vleessoorten: we eten er bij elkaar ongeveer 28 kilogram per persoon per jaar van. Maar waarom is dat wél zo met rundvlees, terwijl je nauwelijks paarden- of konijnenvlees in de schappen ziet liggen? Dat heeft onder meer te maken met het beeld dat veel mensen bij bepaalde dieren hebben. Zo was het vroeger heel normaal om een oud werkpaard aan het eind van zijn leven bij de slager af te leveren. Maar met de jaren zijn we paarden, net als bijvoorbeeld geiten en konijnen, meer en meer als huisdieren gaan beschouwen. En een huisdier eet je niet op. Bovendien is een stukje kip voor de gemiddelde keukenprins(es) veel makkelijker klaar te maken dan bijvoorbeeld haas. Hoewel het voor een deel cultureel bepaald is welk vlees we wel en niet eten (lamsvlees is in Engeland bijvoorbeeld veel populairder dan in Nederland), geldt wereldwijd daarom toch dat mensen kipkluifjes en runderlapjes liever verorberen dan berenbiefstuk of schildpadschnitzel.
Deze tekst is afkomstig uit de nieuwe Weet Scheurkalender 2024, die nu te koop is. Vond je het interessant? Koop de kalender dan in je lokale boekhandel (€15,95), of in onze webshop.