Skip to main content

Dit jaar waren de Olympische Spelen in Beijing. Tijdens de Spelen zijn er meer dan 300 medailles uitgereikt, waarvan 109 gouden medailles. Maar is zo’n medaille nou gemaakt van echt, massief goud?

Olympische medailles zijn niet van massief goud. Goud kost ongeveer 20 euro per gram. Een medaille van 300 gram zou dan op 6.000 euro uitkomen. Dat is erg duur; zeker als er tientallen medailles uit te delen zijn. Uitzondering hierop zijn de medailles van de Spelen van 1912. Die waren wel van zuiver goud, en een stuk kleiner dan de medailles van tegenwoordig. Een gouden medaille bestaat grotendeels (92,5%) uit zilver. Er zit minstens 6 gram goud in. Omgerekend heeft het stukje metaal dan een waarde van 110 euro. Beschreven is dat China ongeveer een miljoen euro heeft gespendeerd aan de productie van 6.000 medailles. De productiekosten van medailles (150 euro per stuk) zijn dus erg hoog.

Een medaille is niet bedoeld als waardemiddel, maar als aandenken (net als een trofee). Dat is een belangrijke reden om er in elk geval wel goud in te verwerken. Als aandenken moet een medaille duurzaam zijn en dan kom je –wanneer het ook moet glimmen– al snel op goud uit. Naast zilver en goud bevat een medaille ook koper (zo’n 6%). Dit voorkomt dat de plak makkelijk kan verbuigen.

Deze Vraag en weet komt uit Weet 27. Wil je meer lezen? Neem dan een abonnement op Weet Magazine of koop het nummer hier.