Archeologen hebben vijf meter diepe schachten van 4500 jaar oud gevonden, vlak bij Stonehenge, het bekende prehistorische monument in Engeland. De vondst maakt duidelijk dat men in de prehistorie al een systeem had om te tellen. De kuilen zijn zo precies gepositioneerd dat de plek alleen kon worden bepaald door het tellen van honderden stappen.
De twintig schachten die pas geleden zijn gevonden, hebben een diameter van tien meter en zijn verspreid in een cirkel van twee kilometer rond de Durrington Walls, een ander monument uit de prehistorie in de buurt van Stonehenge. Volgens archeologen lijken deze kuilen te zijn bedoeld als een soort grens die mensen naar het ‘heilige gebied’ van de Durrington Walls moest leiden, of juist moest waarschuwen om er vandaan te blijven.
De kuilen zijn gevonden door gebruik te maken van moderne archeologische technieken als geofysische prospectie (de samenstelling van grond meten zonder te graven), bodemradar en magnetometrie (magnetische velden opmeten om holtes op te sporen). Daardoor zag men dingen die je met standaard archeologie nooit had kunnen waarnemen.
Dit wetenschapsnieuwtje verscheen eerder in Weet Magazine. Meer lezen? Neem dan een abonnement en ontvang elke twee maanden de nieuwste Weet! Klik hier voor een artikel over hoe Stonehenge gebouwd zou kunnen zijn.