Skip to main content

Angst is een slechte raadgever. Voor je het weet wordt een mug een olifant, en banjert die olifant ook nog eens door je porseleinkast. Dat is wat angst met je doet. Herkenbaar, in deze coronatijd? Stap dan eens mee in de helikopter voor een vlucht boven Nederland. Wat zijn de coronacijfers, geplaatst in brede context? En hoe verhouden die zich tot het verleden?

Laatste update: 8-6-2020

N.B. In dit artikel wordt veel over sterftecijfers gesproken. Dat kan bot overkomen; alsof elk mens een nummer is. Zo is dat niet bedoeld. We zijn ons ervan bewust dat achter elk cijfer een wereld van verdriet schuilgaat.

Sommige momenten vergeet je nooit. Ze markeren ‘een tijd voor’ en ‘een tijd na’. De elfde september van 19 jaar geleden bijvoorbeeld: de dag waarop de Twin Towers bijna tegelijk in elkaar zakten, wat het startschot was voor een wereldwijde strijd tegen terrorisme. Velen zullen ook donderdag 12 maart 2020 op dat ‘onvergetelijke datum’-lijstje zetten: de dag waarop Nederland voor onbepaalde tijd in een intelligente lockdown ging, ter bestrijding van het coronavirus. Een tijd voor en een tijd na, maar met dit verschil: het instorten van de New Yorkse torens stond meteen op je netvlies, terwijl de corona-impact zelfs maanden na de eerste virusuitbraken nog lang niet helemaal duidelijk is. Gelukkig trekken de dampen wat op en druppelen de eerste studieresultaten binnen. Kun je daaruit afleiden of een lockdown (nog) nut heeft?

Cijfers

Om die vraag te kunnen beantwoorden, moet je naar de cijfers kijken. Het lastige van de cijfers rond corona is echter dat niet alle mensen die in Nederland overlijden op deze ziekte zijn getest, meldt het RIVM (zie hier). Een bijkomend probleem is dat de ziektesymptomen van COVID-19 erg lijken op de symptomen van griep. Ook is het zo dat veel coronapatiënten overlijden aan onderliggende aandoeningen (zoals hart- en vaatziektes) in combinatie met de COVID-19-longinfectie; in Italië was dat zelfs bij 99% van alle overledenen het geval (zie hier). Je kunt je afvragen of deze mensen allemaal als ‘coronadoden’ bestempeld mogen worden.

Volgens RIVM-experts kun je beter naar het totale aantal overledenen per week kijken, die bijgehouden worden door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Dat zijn dus sterftecijfers ongeacht de doodsoorzaak (kanker, hart- en vaatziekten, corona enzovoort). Die cijfers geven ‘een completer beeld van de situatie in Nederland’, aldus het RIVM. En wat krijg je te zien als je die tip opvolgt?

Ongebruikelijke trend

Het CBS houdt nauwkeurig bij hoeveel Nederlanders er jaarlijks overlijden (zie hier). De metingen gaan terug tot en met 1995, en worden per week getoond. Men zet ook uiteen om welke leeftijdsgroepen het gaat: 0-65 jaar, 65-80 jaar en 80-plus. Die cijfers laten zien dat er gemiddeld in 25 jaar (van 1995 tot 2020) 387 mensen per dag zijn gestorven. In de corona-epidemie ligt dat gemiddelde tot nu toe op 537 per dag terwijl het in de piekweek steeg naar 724 (1,8 keer meer dan gemiddeld).

Dit laat zien dat er iets ongebruikelijks aan de gang is. Er is sprake van oversterfte. Dan dient zich de vraag aan: hoe ongebruikelijk zijn die cijfers? Om daar antwoord op te kunnen geven, zul je een vergelijking moeten maken met een andere periode uit de Nederlandse geschiedenis waarin er sprake was van oversterfte. De periode die zich daar het meest voor leent, is de griepepidemie van 2017-2018 (zie hier). Die sterftecijfers komen het dichtst in de buurt van de corona-epidemie.

De griepepidemie startte in week 50 en duurde 18 weken, tot en met week 15. De piek was in de tiende week; toen stierven er dagelijks gemiddeld 585 mensen. Als je die cijfers in een tabel zet, ontstaat het volgende plaatje:

  Gemiddeld aantal overledenen per dag Gemiddeld aantal overledenen per dag in piekweek Gemiddeld aantal overledenen per dag per miljoen inwoners
Griep-epidemie 2017-2018 488 585 28
Corona-epidemie 2020 537 724 31


Je kunt het plaatje nog scherper maken. Daarvoor moet je niet alleen naar de pieken kijken, maar naar het totale verloop van de epidemieën. Helaas is de corona-epidemie op het moment van schrijven nog niet ten einde, en het CBS heeft de sterftecijfers slechts geüpdatet tot en met week 21 (waar de eerste 11 weken van de lockdown in zitten). Toch, als je die data naast de cijfers van de griepepidemie van 2017-2018 zet, dan kan dat verhelderend werken:

  Griepepidemie 2017-2018
(18 weken)
Eerste 11 weken griepepidemie
2017-2018
Eerste 11 weken corona-epidemie 2020
Sterfte-aantallen 61.456 29.788 41.350
waarvan
0-65 jaar
7.820 4.747 4.699
waarvan
65-80 jaar
17.516 10.654 12.324
waarvan
80-plus
36.120 21.738 24.439
De bovenstaande grafiek (klik hier voor een uitvergroting) laat zien dat de griepepidemie van 2017-2018 ‘vlakker’ begon dan de huidige corona-epidemie. Hij piekte pas in week 10, en telde toen 1000 minder overledenen dan bij de coronapiek (week 14 2020).

Juiste vergelijking?

Is dit niet een appel met een peer vergelijken? Bij de griepepidemie is immers gevaccineerd en er gold toen geen lockdown. Bij de corona-epidemie is het precies andersom. Dat klopt. Je kunt in die zin de vergelijking niet 1-op-1 maken. Dat is ook niet het doel van het naast elkaar zetten van deze twee epidemieën. Het zet de zaken in perspectief: als je het idee had dat de griepepidemie het formaat ‘Utrechtse Heuvelrug’ had vergeleken met ‘Mount Everest’ corona, dan heb je het mis. Dat beeld kan door media zijn opgeroepen, maar klopt niet. Je kunt je vervolgens afvragen: waarom kwam de griepepidemie in 2017-2018 nauwelijks in het nieuws, terwijl er in 2020 bijna geen ander nieuws is dan corona?

Geen mens kan in de toekomst kijken. De corona-epidemie, die nu officieel 14 weken in Nederland woedt, kan langer gaan duren dan de griepepidemie van 2017-2018. Het sterftecijfer zou daardoor hoger uit kunnen komen. Hopelijk is dat niet het geval. De voortekenen zijn gelukkig gunstig. De verwachting is dat de sterftecijfers in week 25 weer verder gaan dalen. Dit artikel is geüpdatet in week 24, en vorige week zijn er via de media wederom positieve berichten naar buiten gekomen over minder overledenen en het leger worden van intensive cares. Zodra het CBS nieuwe cijfers bekendmaakt, worden die in de tabel en grafiek hierboven verwerkt.

Sterftegolven

De helikopter vliegt hoger. Hierdoor krijg je nog meer zicht op de Nederlandse sterftecijfers door de jaren heen. Die zijn weergegeven in de onderstaande grafiekenreeks. Vanuit deze helicopterview valt op dat de sterftegolven een terugkerend ritme hebben in de winter. Wat ook opvalt, is dat de ene golf hoger is dan de andere. 

Klik hier voor een uitvergroting.

Omdat je de dodelijkheid van het coronavirus sterk kunt koppelen aan de leeftijd van de patiënt (zie hier) (oudere patiënten sterven eerder aan de ziekte dan jongere), is het zinnig om grafieken van dezelfde periode te laten zien maar dan uitgekristalliseerd in leeftijdsgroepen:

0-65 jaar: klik hier voor een uitvergroting.

65-80 jaar: klik hier voor een uitvergroting.

80-plus: klik hier voor een uitvergroting.

Zoals je kunt zien is de golfbeweging het meest waarneembaar bij hoogbejaarden (80+). De golfjes worden minder opvallend – en verdwijnen uiteindelijk zelfs – naarmate je naar de jongere groepen kijkt. Dit past ook bij het beeld dat vooral ouderen aan het coronavirus sterven. Die hebben meestal onderliggende aandoeningen en een zwakkere weerstand. Dat bejaarden vaak in de winter overlijden is niet iets wat typisch bij de impact van het coronavirus hoort. Dat is jaar op jaar het geval. Alleen de mate waarin ouderen ‘s winters sterven, verschilt.

Op 30 april meldde het RIVM dat maar liefst 88,4% van de geregistreerde corona-overledenen 70-plusser is (zie hier). De rest (11,6%) was jonger. Een fractie daarvan (0,2%: 13 overledenen op een groep van 4795) was jonger dan 40 jaar. Het andere deel (11,4%: 543 overledenen) was 40 tot 70 jaar.
NB: Nederland telt 17,3 miljoen inwoners. Tot 30 april zouden daarvan dus 4795 aan COVID-19 zijn overleden. Dat is gelukkig maar 0,027% van de totale bevolking.

Lockdown gelegitimeerd?

Nu je een globaal beeld hebt van de situatie qua sterftecijfers, kom je misschien al dichter bij het antwoord op de vraag of een lockdown (nog) nut heeft. Je kunt natuurlijk niet in de toekomst kijken, er missen nog cijfers. Toch kun je je mening al aardig vormen, door bijvoorbeeld ook de volgende 8 feiten daarin te betrekken:

1. Sterftecijfers in Zweden (zonder strikte lockdown) stijgen niet explosief.

Lange tijd bleef Zweden onder de radar. De enige strenge maatregelen die de regering trof, waren een verbod op bijeenkomsten met meer dan vijftig mensen en een verbod op bezoek in verzorgingshuizen. Verder liepen de Zweden kriskras door elkaar, om het zo maar eens te zeggen. En wat deden de sterftecijfers (zie hier)? Die bleven aanvankelijk onder het gemiddelde sterftecijfer van voorgaande jaren (zie grafiek). De WHO prijst Zweden dan ook om zijn aanpak (zie hier).

In week 12 oversteeg het sterftecijfer het gemiddelde van de vijf jaren ervoor met 25 doden. In week 15 piekte het met 2505 overledenen (oversterfte: 757), en in week 16 tot en met 22 zakte het gelukkig weer flink, tot zelfs lager dan gemiddeld in 2015-2019. Klik hier voor een uitvergroting.

De vraag is uiteraard – maar dat geldt voor elk land – hoe het virus zich verder in Zweden gaat ontwikkelen. Zodra er meer gegevens bekend zijn, wordt de bovenstaande grafiek geüpdatet. Duidelijk is dat de oversterfte tot nu toe niet ontzettend veel heviger is dan in landen die wel een strikte(re) lockdown toepasten, zoals Nederland. Komt dat misschien doordat er minder Zweden dicht op elkaar wonen? Dat kan haast geen belangrijke factor zijn. De mate van verstedelijking is in Zweden (zie hier) een klein beetje lager dan in Nederland (zie hier).

2. Tijdens de lockdown zakt het sterftecijfer

De lockdown startte in week 11. Sindsdien steeg het sterftecijfer. In week 14 bereikte die een piek, en daarna daalt het weer. In week 19 bereikt het absolute sterftecijfer in Nederland het niveau van voor de corona-epidemie; iets lager zelfs. En in de weken erna zakt het alleen nog maar meer! Of de lockdown voor die normalisatie heeft gezorgd? Dat kan. Als dat zo is, dan is de overheid in het doel geslaagd om verstopping van de ziekenhuiszorg in het algemeen en de IC-zorg in het bijzonder te voorkomen; en dan had een lockdown in de eerste periode zeker nut. Maar er zijn veel meer parameters die een rol kunnen spelen bij zo’n normalisatie (het weer, temperatuur, luchtvochtigheid?). Hoe het precies zit, is nog onderwerp van onderzoek.

3. Het voorgespiegelde sterftecijfer bleek te hoog

Tedros Ghebreyesus, de directeur-generaal van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), publiceerde op dinsdag 3 maart 2020 een persbericht (zie hier). Het coronavirus was toen reeds overal opgedoken, en de WHO gaf aan zicht te hebben op de dodelijkheid ervan. Ghebreyesus schreef: ‘Wereldwijd is ongeveer 3,4% van de gemelde COVID-19 gevallen overleden. Ter vergelijking: seizoensgebonden griep doodt over het algemeen veel minder dan 1% van de geïnfecteerden.’ Twee dagen later, op donderdag 5 maart, zette hij zijn boodschap kracht bij door een dringende oproep te doen aan alle regeringen ter wereld om ‘overal de stoppen uit te trekken’ (zie hier).

Het gaat nu niet om de vraag of dat verstandig was. Het gaat erom of de oproep tot lockdown nog actueel is. Want het is inmiddels aardig bekend hoe dodelijk COVID-19 is geweest. De Volkskrant boog zich hierover en concludeert in een recent artikel (zie hier): ‘Op basis van deze gegevens van het RIVM lijkt het erop dat het risico op overlijden na besmetting circa 1,4 procent bedraagt.’  De journalisten houden een slag om de arm: ‘Mogelijk neemt dit percentage nog iets af als er meer gegevens zijn verzameld. Aan de andere kant kan het percentage ook stijgen als er nog personen sterven die nu al ziek zijn’. Maar om op 3,4% of hoger uit te komen, is niet voor de hand liggend. Zoals het er nu naar uitziet ligt het percentage gelukkig meer in de orde van grootte van de seizoensgebonden griep.

4. Social distancing

Uit een studie in Hongkong (waar scholen wel vaker worden gesloten tijdens griepepidemieën) blijkt dat het mijden van drukke plaatsen, thuisblijven, het treffen van sanitaire voorzorgsmaatregelen, het sluiten van scholen en reisbeperkingen hun vruchten hebben afgeworpen (zie hier). Het virus ging zich daardoor minder snel verspreiden, waardoor de ziekenhuizen niet zijn overbelast. Normaal gesproken ligt de verspreidingsratio van het coronavirus op 2 tot 2.25, waarbij je moet aantekenen dat het gaat om een schatting (het is nog steeds niet duidelijk hoe besmettelijk het virus precies is). Door de getroffen maatregelen kwam de ratio in Hongkong veel lager uit, op 1. Dat wil zeggen dat een besmet persoon 1 andere in zijn omgeving infecteert.

In deze studie baseren de auteurs zich niet alleen op COVID-19-gevallen. Ze volgden ook griepinfecties in dezelfde periode (toen werden er wel scholen gesloten, maar trof men geen social distancing-maatregelen). De auteurs vonden een opmerkelijke daling in vergelijking met voorgaande jaren: de griepoverdracht zakte in februari 2020 met 44%, terwijl tijdens eerdere griepuitbraken in 2009 en 2017-2018 een daling van 10-15% werd bereikt (door alleen scholen te sluiten).

5. Opsluiting zou juist voor meer virusoverdracht kunnen zorgen

Sociaal geograaf Maurice de Hond schrijft op zijn website dat het coronavirus zich met name via microdruppels (aerosols) verspreidt (zie hier). Hiervoor haalt hij allerlei studieresultaten aan. De Hond zegt dat luchtvochtigheid en temperatuur bepalend zijn, waardoor de corona-epidemie vooral toesloeg in landen die op de geschikte breedtegraad liggen, met de juiste temperatuur en luchtvochtigheid.

Verder wijst hij erop dat het coronavirus makkelijk de ronde doet in slecht geventileerde ruimtes; zeker als de lucht van kamer naar kamer wordt geblazen, zoals nogal eens in verpleeghuizen en op cruiseschepen gebeurt. Daar waar veel mensen dicht bij elkaar zitten, in afgesloten ruimtes, is de kans op besmetting groot. Zodra een persoon besmet raakt, bijvoorbeeld via een onvoldoende beschermde zorgmedewerker, volgen de anderen gauw. Bekijk dit interview voor een compleet beeld van De Honds visie. Ook analytisch chemicus Willem Engel, die inmiddels een rechtszaak tegen de staat aanspande, deelt veel van De Honds’ inzichten. Bekijk dit interview.

6. Corona in context

Hieronder volgt een beknopt lijstje met totale jaarlijkse sterftecijfers wereldwijd (volgens de WHO) waarbij corona vergeleken is met andere veelvoorkomende doodsoorzaken. Dit om het geheel wat in perspectief te plaatsen:

Volgens veel media is er geen land ter wereld dat zo zwaar door het coronavirus is getroffen als Amerika. Die media baseren zich echter op absolute sterftecijfers. Dat is nu 112.000 overledenen (peildatum: 8-6-2020). Een enorm aantal! Maar je moet daarbij bedenken dat Amerika een land is met 328 miljoen inwoners.

Kijk je naar de bevolkingsaantallen van landen en zet je het aantal doden daarmee in verhouding, dan ontstaat het volgende beeld:

Land Coronadoden per
1 miljoen inwoners
België 844
Engeland 656
Spanje 607
Italië 577
Zweden 543
Frankrijk 459
Verenigde Staten 407
Nederland 358
Ierland 352
Bron: Worldometers.info (peildatum: 9-7-2020)

Uit deze tabel kun je opmaken dat België het zwaarst getroffen land ter wereld is. Amerika komt op de zevende plaats, Nederland daar pal onder (plek 8). En Zweden (plek 5), een land dat zeer coulante coronamaatregelen trof, scoort beter dan landen die in een keiharde lockdown gingen, zoals Spanje en Italië. Het is dus maar net met welke bril je naar de cijfers kijkt. Misschien kun je maar beter niet over ‘zwaarst’ getroffen landen spreken!

7. Het ontstaan van een risicosamenleving

In een gesprek met filosoof Ad Verbrugge vertelt Marli Huijer, voormalig huisarts en hoogleraar publieksfilosofie, over wat een lockdown doet met je eigen ervaring en met de samenleving als geheel (zie hier). „Hoe wij op dit moment met risico’s omgaan, in dit geval het risico om te sterven aan een virus, zou weleens tot transformaties kunnen leiden die heel lang onze cultuur zullen beïnvloeden. Een van de dingen die mij aan het denken zette, is de ontwikkeling van zo’n app waarmee je besmettingsgevallen kunt opsporen. Het zou kunnen zijn (…) dat men alle burgers zo ver kan krijgen of dwingt om een app op hun smartphone te installeren. Het zou kunnen zijn dat mensen gedwongen worden om altijd hun mobiele telefoon bij zich te hebben, (…) waardoor je steeds geïnformeerd wordt als er een gevaar dreigt. Dat gevaar kan een terreuraanslag zijn, een fabriek die in brand staat. Kortom, dat impliceert een risicosamenleving, waar de Duitse filosoof en socioloog Ulrich Beck al decennia geleden voor waarschuwde. Dan komen we steeds meer in een modus waarin we de hele tijd het gevoel hebben dat we risico lopen, dat het leven heel onveilig is.”

Verbrugge wijst op het werk van de Franse filosoof Michel Foucault, die onderzoek deed naar hoe mensen op ingrijpende gebeurtenissen reageren. In het bijzonder keek hij naar de pestepidemie in de veertiende eeuw. „Foucault laat zien hoe de staat destijds, hoe begrijpelijk ook, daarop reageerde. De mensen werden gedisciplineerd. Ze gingen iets verinnerlijken en zichzelf op allerlei manieren in de gedragingen sturen conform datgene wat een overheid – een algeheel maatschappelijk klimaat eigenlijk – los riep.”

Huijer ziet dat nu ook gebeuren en spreekt haar zorg uit. „Wat Foucault zo mooi laat zien is (…) dat mensen die disciplinering internaliseren. Dan heb je als overheid feitelijk geen geweld meer nodig, geen lichamelijke dwang. Je zorgt dat die disciplinering naar binnen gaat, dat die onzichtbaar wordt, en dat de mensen feitelijk hun eigen bewaker worden van hun eigen gevangenis. Dat is een beweging waar we nu middenin zitten. We zorgen allemaal dat we niet besmet worden, en de angst zorgt ervoor dat wij dat wakende oog internaliseren. Dat we denken: we moeten er wel voor zorgen dat we ons zo gedisciplineerd mogelijk gedragen. (…) Het lastige is dat die macht een vorm van onderwerping is waarin je heel veel vrijheden weggeeft.” In het geval van de app is dat dan vooral je privacy.

Intussen werkt het kabinet aan een spoedwet die ‘het nieuwe normaal van de anderhalvemetersamenleving’ juridisch moet gaan verankeren (zie hier). De noodverordeningen, die volgens juristen nu nog tegen de grondwet in gaan (zie hier), zijn dan wettig verklaard; in elk geval tot 30 september, daarna kan het parlement de spoedwet verlengen.

Ook Michaéla Schippers, hoogleraar Behavior en Performance Management aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, waarschuwt voor de maatregelen die overheden treffen. Volgens haar zijn die vele malen dodelijker dan het virus zelf. Ze publiceerde twee papers (zie hier: 1 en 2), waarin ze de vinger legt op fouten in de besluitvorming vanuit een psychologisch perspectief. Ze signaleert dat groepsdenken het roer heeft overgenomen, en een gevaarlijke mix van vooroordelen, angst en niet willen toegeven fout te zitten. Bekijk dit interview.

8. Lockdowns werken armoede in de hand

Hoe langer een lockdown duurt, hoe groter de economische schade is. Dat is volgens economen een gulden regel. Je kunt dit wegzetten als ruwe zakelijkheid; alsof men geld laat voorgaan op mensenlevens. Je kunt het ook omdraaien en het juist zien als een mensenlevens reddende regel. Want wie de zorg ten koste van alles vooropstelt, laat op den duur de economie op de intensive care belanden, en daarmee ook de zorg, want het onderhouden van een goed werkend zorgstelsel (wat een bijzondere luxe is) kost ontzettend veel geld. Dat geld moet er dan wel zijn…

Politicoloog Robin Fransman – auteur van ESB, een vakblad voor economen – verwoordt kernachtig waarom het maken van een kosten-batenanalyse niet onethisch of moreel aanvechtbaar is (zie hier). „Het leven is nou eenmaal niet honderd procent maakbaar en dat betekent dat we soms keuzes moeten maken. (…) We maken zulke afwegingen dan ook voortdurend. Gemeentes die beslissen of ze al of niet extra stoplichten plaatsten bij een kruispunt waar veel doden vallen bijvoorbeeld. En die stoplichten zijn relatief goedkoop, maar om de doden echt naar nul te krijgen is een dure verbouwing nodig. Het zijn besluiten die gemeentes voortdurend nemen. Wie nul doden op de snelweg wil, verlaagt de maximumsnelheid naar vijftig kilometer per uur. Dat doen we niet, omdat we snelheid van reizen ook belangrijk vinden.”

Een lockdown zorgt er bovendien voor dat productie- en distributieketens langdurig worden verbroken. Door faillissementen vallen schakels uit de keten. Er moet daarna veel tijd en geld worden gestoken in het ketenherstel. Rijke landen zullen daar minder onder lijden dan arme. Maar dat is misschien juist een reden om goed over de invoer en handhaving van een lockdown na te denken. Want doordat het rijke westen zichzelf opsluit, worden er minder goederen naar arme landen verscheept, en vice versa. Dat gaat ten koste van de arme bevolking, die sterk op het transport van die producten is aangewezen. Het effect? Meer armoede, hongersnood en doden. De directeur van de voedselhulporganisatie van de Verenigde Naties, Margot van der Velden, luidde onlangs de noodklok (zie hier). En dat terwijl er voedsel in overvloed is op de wereld. In Nederland zijn zelfs enorme overschotten (zie hier)!

In deze context is India’s lockdown een aangrijpend voorbeeld (zie hier). Dat is een land met 1,3 miljard mensen, waarvan er honderden miljoenen onder de armoedegrens leven. Van de ene op de andere dag verloren ze hun werk. Complete gezinnen struinen vuilnisbelten af, op zoek naar voedsel. Terug naar hun geboortedorp gaan, lukt niet, omdat treinen niet rijden. India heeft gelukkig een goede oogst gehad dit jaar, dus voorlopig is er voldoende voedsel. De uitdaging is of men het op tijd bij al die mensen krijgt, om de hongerige magen te vullen.

Hoe er weer uit?

In een lockdown komen, is zo gebeurd. Maar hoe kom je er weer uit? Hoe bouw je het beste de coronamaatregelen af? Ook daar is studie naar gedaan. Amerikaanse economen van de Universiteit van Chicago en Penn State ontwikkelden een statistisch model (zie hier). Ze proberen hiermee een ideaal evenwicht te vinden tussen het verminderen van de economische tol (die aan een lockdown is verbonden) en het verlies van mensenlevens. Hun conclusie luidt: het optimale beleid schrijft een lockdown voor die twee weken na de uitbraak begint, en die na 1 maand voor 60% van de bevolking geldt. De lockdown wordt ongeveer een maand lang strak gehouden en daarna geleidelijk aan weer ingetrokken, zodat nog 20% van de bevolking (de kwetsbaren) drie maanden na de eerste uitbraak is afgedekt. Gaat dit goed, dan kan de lockdown worden opgeheven.

Nederland koos voor een intelligente lockdown die voor meer dan 60% van de bevolking gold. En na twee maanden kwam er versoepeling in plaats van na een. Aan het ideale terugtreedbeleid van de Amerikaanse economen heeft de regering dus niet voldaan. Misschien iets om mee te nemen voor een volgende keer? Want het coronavirus zal deze aardbol jammer genoeg niet meer gaan verlaten.