Waar is het goud van de tempel in Jeruzalem gebleven? De zevenarmige kandelaar is naar Rome gedragen, maar waar is de rest?
Dat is niet te achterhalen. De Egyptische farao Sisak roofde het goud van de eerste tempel (1 Koningen 14:25- 26). Dit is mogelijk gebruikt of omgewerkt door Sisak en zijn familie, of geschonken aan andere heersers. Het kan ook zijn dat er wat als grafgift is meegegeven, wat weer door grafrovers werd geplunderd, al dan niet omgesmolten en doorverkocht. Later werden nieuwe voorwerpen voor de tempel gemaakt, die door de Babyloniërs zijn meegevoerd (zie Daniël 5:3). Deze zijn op bevel van de Perzische keizer Kores (Cyrus) naar Jeruzalem teruggebracht (Ezra 1:7-11).
Verdwenen
Weer later, in de tijd van de Makkabeeën, werd de tempel geplunderd en ontheiligd door Antiochus IV Epifanes (169 en 167 v.Chr.). Iets soortgelijks gebeurde in 54 v.Chr. toen de Romeinse veldheer Marcus Crassus de tempel plunderde. Herodes de Grote liet de tempel herbouwen, en in 70 n.Chr. werd die definitief verwoest bij het Beleg van Jeruzalem door de Romeinse generaal (en later keizer) Titus. Op zijn triomfboog in Rome is nog steeds te zien hoe de schatten van de tempel, waaronder de zevenarmige kandelaar (menorah), werden weggevoerd. Wat er met dat goud is gebeurd, is onbekend. De voorwerpen zijn als het ware uit de geschiedenis verdwenen.
Ook zullen bij al deze plunderingen voorwerpen zijn gebruikt, omgesmolten of omgewerkt. En wanneer de veroveraar zelf veroverd werd, kwam het goud in nieuwe handen. Goud is immers in alle tijden waardevol geweest. De kans is groot dat er tempelgoud verwerkt is in bepaalde museumstukken of zelfs in sieraden die vandaag de dag worden gedragen. Welke? Daar zul je nooit achter kunnen komen.
Deze Vraag en weet komt uit Weet 67. Wil je meer lezen? Neem dan een abonnement op Weet Magazine of koop het nummer in de webshop!