Skip to main content

‘Wetenschappers in Alberta, Canada, ontdekken de meest uitgestrekte bodemlaag met dinosaurusbotten die ooit is beschreven!’ Zo luidde een krantenkop die een bijzondere dinovondst aankondigde: resten van de planteneter Centrosaurus. De manier waarop dit dier om het leven is gekomen, wijst naar de Bijbelse zondvloed.

Op zichzelf zijn vondsten van enorme, fossiele dinosaurusbotten niet ongewoon. In de loop der jaren zijn op alle continenten, inclusief Antarctica en Australië, allerlei dinosaurusbotten in groten getale opgegraven. China, Mongolië en Argentinië blijken ware schatkamers voor dinosaurusjagers. In Argentinië werd zelfs gesproken over een ‘fossiel massagraf’.

Ook op plaatsen waar je het misschien wat minder zou verwachten, zijn dinosaurusbotten gevonden. In het bevroren Antarctica bijvoorbeeld zijn sinds 1986 verschillende fossiele resten van dinosaurussen opgegraven. En in Engeland werden fossiele voetafdrukken van dinosaurussen blootgelegd. De vondst in Alberta – 50 kilometer ten noorden van het plaatsje Medicine Hat – gebeurde in een gebied waar in 1920 al een veldploeg van de Universiteit van Alberta aan het graven was naar de resten van de gigantische reptielen.

Plantenetende reus

De ‘bone beds’, dat zijn de bodemlagen waarin zich de botten bevinden, strekken zich uit over een oppervlakte van ruim twee vierkante kilometer. Ze bevatten duizenden botten van de plantenetende Centrosaurus apertus. Deze dinosaurus kon een lengte bereiken van zo’n zes meter en had een groot, hoornachtig schild op zijn kop. Daarnaast had hij een grote hoorn op zijn neus. Een niet-alledaagse verschijning dus. Verder: deze dieren leefden hoogstwaarschijnlijk in kudden van honderden, zo niet duizenden dieren!

Centrosaurus apertus

De Centrosaurus apertus was een plantenetende dinosaurus, een herbivoor. Zijn fossiele resten zijn gevonden in Noord-Amerika. De naam ‘Centrosaurus’ betekent ‘puntige hagedis’ en verwijst naar een reeks kleine hoorntjes langs de kraagrand, aan de bovenzijde van de kop. Een paar kleine, naar boven gerichte hoorns is ook te vinden vlak bij de ogen van het dier.

Opmerkelijk aan de Centrosaurus apertus zijn de twee grote hoorns die haaks over de bovenkant van de kraag naar voren steken. De naam ‘puntige hagedis’ verwijst overigens niet naar de hoorn op de neus. Ten tijde dat de naam aan het dier werd gegeven, was namelijk nog niet bekend dat hij een hoorn op zijn neus had. Het massieve lichaam van de Centrosaurus werd gedragen door gedrongen ledematen. Hoewel hij zo’n 6 meter lang was, een schofthoogte had van bijna 2 meter en 3 ton zwaar, valt hij niet onder de bijzonder grote dinosaurussen.

centrosaurus grootte

De centrosaurus werd een krappe zes meter lang, en woog meer dan 2000 kilo.

Mysterie

De vraag is natuurlijk: hoe komt het dat er zo’n enorme slachting onder deze ‘oerdieren’ heeft plaatsgevonden? Jarenlang hielden wetenschappers vast aan een massale sterfte door inslaande meteorieten. Andere opties waren: de opwarming van de aarde, de komst van verdovende planten of dat de opkomende zoogdieren het op dinosauruseieren hadden voorzien. De laatste jaren opperen wetenschappers steeds vaker dat ze tijdens het oversteken van rivieren massaal waren verdronken. De sterk wisselende verklaringen geven al direct aan dat de wetenschap met een niet gemakkelijk op te lossen mysterie zit.

Overstromingen zouden 76 miljoen jaar geleden hebben plaatsgevonden…

Overstroming

Dr. David Eberth, één van de wetenschappers die onderzoek deed op de vindplaats in Alberta, vertelde in een interview dat men op grond van de onderzoeksresultaten tot een nieuw inzicht is gekomen over wat er met de dinosaurussen is gebeurd. Eberth: „Er zijn duidelijke aanwijzingen dat dinosaurussen met een zekere regelmaat werden gedood door catastrofale tropische stormen. Deze stormen zorgden hier in Alberta, dat toen een laaggelegen gebied aan de kust was, voor overstromingen.” Deze lokale overstromingen zouden 76 miljoen jaar geleden hebben plaatsgevonden. Zonder hoger gelegen gronden was het voor de grote kudden onmogelijk om te ontkomen en zijn de meeste dinosaurussen jammerlijk verdronken, aldus Eberth.

Ging de dino mee in de ark?

Om iets te kunnen zeggen over dinosaurussen en de ark van Noach, moeten eerst wat zaken in een zondvloedkader worden geplaatst: De aardkorst is verdeeld in verschillende lagen. De onderste delen daarvan worden in beslag genomen door lagen die door onvoorstelbaar grote vloedgolven op het land zijn gesmeten. Zelfs de afzetrichting van deze modderlawines is over hele continenten terug te vinden. Tezamen vormen deze afzettingen de lagen die de wetenschap aanduidt met het Cambrium tot het Perm (verzamelnaam: Paleozoïcum). In die lagen zijn uitsluitend massakerkhoven van zeedieren terug te vinden. Er komen geen grote aantallen van resten van landdieren in voor. Ook niet van dinosaurussen. Deze lagen kom je overal tegen. De lagen die daar weer bovenop liggen, zijn uitsluitend terug te vinden in toenmalige kustgebieden, laaglanden en rivierdelta’s. Deze lagen heten: Trias, Jura en Krijt. En dàt zijn de lagen waarin grote aantallen dinosaurusresten worden gevonden.

Sommige creationisten zien het ontstaan van de lagen waarin dinosaurusresten worden gevonden (Trias, Jura en Krijt) in de woelige tijd tussen Noach en Abraham. Wellicht in de tijd dat Peleg leefde, want ‘in zijn dagen is de aarde verdeeld’, meldt Genesis 10:25. Maar dat (ver)delen van de aarde kan ook te maken hebben met een stijging van de zeespiegel aan het einde van de IJstijd, waardoor landbruggen verdwenen en continenten geïsoleerd raakten. Daar zijn creationistische wetenschappers niet eensgezind over.

Stamhouders

Er zijn dus geen resten van dinosaurussen gevonden in de onderste Paleozoïcum-lagen en wél in de lagen daarboven. Op basis van Genesis 7 vers 22 is het uitgesloten dat dinosaurussen zwemmend de zondvloed overleefden. Maar op basis van Genesis 7 is het wel aannemelijk dat ‘stamhouders’ van de dinosaurus aan boord van de ark waren (het waren immers veelal landdieren en ze ademden door hun neus). Het aantal stamhouders hoefde niet in de honderden te lopen: er zijn vijftig ‘basisfamilies’ van dinosaurussen bekend.

Noach hoefde dus niet elke afzonderlijke soort aan boord te nemen, maar van elke basisfamilie slechts één vertegenwoordiger. Dit geldt overigens net zozeer voor alle andere dieren op de ark. Het is bekend dat waarschijnlijk alle soorten hedendaagse hondachtigen van één type afkomstig zijn: wolven, dingo’s, coyotes, jakhalzen. En als je de variëteit van huishonden in ogenschouw neemt… ze hebben allemaal dezelfde genen en zijn van dezelfde soort: van de sint-bernard tot de chihuahua. Ze zijn genetisch zo gelijk dat ze zich onderling kunnen voortplanten. Uiterlijke kenmerken zijn kennelijk niet zo belangrijk. Zo ook met de dinosaurus.

Sedimenten

Een overstroming laat altijd een laag zand, klei of modder achter. Het snel stromende water bevat immers miljarden en miljarden kleine deeltjes die naar de bodem zakken zodra de stroomsnelheid van het water afneemt. In deze nieuwe lagen, sedimenten genoemd, worden de fossiele resten van de dinosaurussen aangetroffen. Maar, stel je eens voor: hoe groot moet een overstroming zijn voordat er sedimentlagen achterblijven met een dikte van enkele tot vele tientallen meters? Waar moeten al die sedimenten vandaan komen? Kun je dan nog spreken van een ‘lokale’ overstroming? Dr. Andrew Snelling, geoloog aan de Universiteit van Sydney, heeft langdurig onderzoek gedaan en komt tot de volgende conclusie: alleen een mondiale overstroming is in staat om metersdikke lagen met sedimenten over een grote afstand te vervoeren en elders weer neer te leggen.

Verklaringen van seculiere wetenschappers komen steeds dichter in de buurt van het zondvloedmodel.

Zondvloed

De duizenden dinosaurussen in het Canadese Alberta lijken inderdaad te zijn verdronken en begraven in sediment. De verklaringen van seculiere wetenschappers komen steeds dichter in de buurt van het catastrofale zondvloedmodel dat creationistische wetenschappers voorstaan. Vanuit dit model verwacht je enorme hoeveelheden verdronken en in sediment begraven dinosaurussen. De ‘bone beds’ in Alberta zijn in feite een versteend getuigenis van de zondvloed.

Dit artikel verscheen eerder in Weet 5. De originele pdf-versie is hier te lezen.

Weet meer:

Don Batten e.a., Hoe bestaat het!, De Banier 2009, p. 292-295
Don Batten e.a., Hoe bestaat het!, De Banier 2009, p. 305-307
Hoofdfoto (bewerkt):
Fred Wierum, Wikimedia Commons
Afbeelding kader 1: Sampson SD, Loewen MA, Farke AA, Roberts EM, Forster CA, et al. Aanpassing van het silhouet: Paleocolour, Wikimedia Commons.