Het getal pi (π, 3,1415…) geeft de verhouding weer tussen de straal van een cirkel en de omtrek ervan. In 1 Koningen 7:23 wordt over een gegoten zee gesproken. Uit de maten daarvan kun je ook pi afleiden, maar dan kom je niet op de juiste waarde uit… Waren de Bijbelschrijvers dom?
Van de ene naar de andere rand zou die gegoten zee 10 el zijn. Men kon het met een meetlint van 30 el kon omspannen. Maar als je daarvan uitgaat, dan was dat lint ongeveer 1,4 el te kort. Zaten de Bijbelschrijvers ernaast?
Je kunt dit probleem op verschillende manieren oplossen. De eerste is dat het hier gaat om afgeronde getallen. In de Bijbel kom je weleens een halve el tegen. Maar geen derde of kwart (terwijl dat wel bij volume of gewichtsmaten wordt gebruikt). Het zou dus kunnen dat de diameter iets kleiner was dan 10 el, en naar boven werd afgerond. En dat de omtrek iets groter was dan 30, en naar beneden werd afgerond.
Een andere oplossing is dat de omtrek aan de binnenkant 30 el was, en de diameter – van buitenrand tot buitenrand – 10 el. Dat zou betekenen dat de rand een dikte van ongeveer 0,25 el had (ongeveer 11 centimeter, oftewel een handbreed, zoals in 1 Koningen 7:26 staat). Nog een andere verklaring is dat de bronzen zee een kelkvorm had (zie 1 Koningen 7:26) waarbij de rand aan de bovenkant met diezelfde 11 centimeter uitstak.
Dit Weetje verscheen eerder in de Weet Scheurkalender 2019. Neem dan een abonnement en ontvang elke twee maanden de nieuwste Weet!