Skip to main content

Er is de laatste jaren veel discussie over de vraag of de koninkrijken van David en Salomo wel echt hebben bestaan. Sommige geleerden, zoals Finkelstein, menen dat de Bijbelse berichtgeving grotendeels een mythe is. Zij nemen aan dat Jeruzalem in Davids tijd niet meer was dan een dorp op een heuvelrug, zonder stadsmuren. In later eeuwen zijn de verhalen over de eerste koningen dan steeds meer aangedikt.

De discussie spitst zich toe op de archeologie. Waarom zijn er zo weinig overblijfselen van Davids koninkrijk gevonden als deze echt bestaan heeft? Dat is de vraag die Bijbelcritici stellen. Een antwoord hierop kan zijn dat veel schrijfmateriaal verloren is gegaan of dat op veel historische plekken opgravingen niet zijn toegestaan. Een ander antwoord is dat de bewoners van de stad Jeruzalem vaak de onderliggende woonlaag gebruikten voor hun nieuwe bouwactiviteiten. Er zijn dus veel oude sporen vernietigd.

Toch wel aanwijzingen

Toch is daarmee niet het laatste woord gezegd. Er zijn de laatste jaren heel wat indirecte aanwijzingen gevonden die voor een krachtig, centraal bestuurd rijk in de tiende eeuw voor Christus pleiten. Zo blijkt bijvoorbeeld uit correspondentie op kleitabletten dat er diplomatieke contacten waren met het destijds machtige Egyptische rijk. Ook zijn er verschillende aansprekende opgravingen gedaan die de stelling ondersteunt dat Jeruzalem ten tijde van David en Salomo de grote, sterke stad was zoals beschreven wordt in de Bijbel.

Verschillende geleerden menen dat de strijd van David met Edom (genoemd in 2 Samuël 8 en 1 Koningen 11) sterk overdreven is, omdat Edom in die tijd een eenvoudige samenleving met veehouders was. Recente opgravingen in Khirbat en-Nahas, in het laagland van Edom, ongeveer 50 kilometer ten zuiden van de Dode Zee, geven echter een heel ander beeld. Edom was in de tiende eeuw een complexe samenleving met grote gebouwen, sterke verdedigingswerken en een uitgebreide koperindustrie. Israël kon alleen als sterke staat Edom overwinnen.

Uit koolstofdatering bij Tel Rehov, een stad in Israël die in de tijd van koning Rehabeam door een farao is veroverd, blijkt dat ook deze stad een sterke vesting moet zijn geweest.

Verder blijkt dat het Bijbelse beeld over Israël in de tijd van Saul, David en Salomo goed past bij de betreffende periode. Nadat de Egyptenaren en Hethieten het westelijke Midden-Oosten lange tijd overheerst hebben, zijn er in de periode 1200 tot 900 voor Christus kleine koninkrijken geweest. Daarna kwamen er opnieuw grote rijken, zoals Assyrië en Babel. In de genoemde periode kon ook Israël uitgroeien tot een staat van betekenis.

Officiële zegels gevonden

In het Reformatorisch Dagblad stond een paar jaar geleden een boeiend artikel over een opmerkelijke archeologische vondst. Er zijn zes officiële regeringszegels van klei gevonden, afkomstig uit de tiende eeuw voor Christus.

Onderzoeksleider Jimmy Hardin, hoogleraar antropologie van culturen uit het Midden-Oosten, zegt in het RD-artikel: .„Uit ons onderzoek blijkt dat de vindplaats deel uitmaakte van een samenleving die gekenmerkt werd door de activiteit van een politieke elite. Dat suggereert dat er in de tiende eeuw voor Christus op zijn minst een staat was gevormd. (…) Deze zegels kwamen van verzegelde schriftelijke stukken. Daaruit blijkt dat deze herdersgemeenschap, op de grenzen van de bewoonde wereld, een ontwikkelingsniveau kende dat ver boven het bestaansminimum lag.”

Jeff Blakely van de universiteit van Wisconsin-Madison noemt de stijl van de zegels vergelijkbaar met die van een Egyptische amulet uit de tiende eeuw voor Christus.

Verder zegt onderzoeksleider Jimmy Hardin, hoogleraar antropologie van culturen uit het Midden-Oosten, in het RD-artikel: .„Uit ons onderzoek blijkt dat de vindplaats deel uitmaakte van een samenleving die gekenmerkt werd door de activiteit van een politieke elite. Dat suggereert dat er in de tiende eeuw voor Christus op zijn minst een staat was gevormd. (…) Deze zegels kwamen van verzegelde schriftelijke stukken. Daaruit blijkt dat deze herdersgemeenschap, op de grenzen van de bewoonde wereld, een ontwikkelingsniveau kende dat ver boven het bestaansminimum lag.”

Buiten-bijbelse bronnen

Nieuwtestamenticus Pieter Lalleman bespreekt een aantal belangrijke buiten-Bijbelse inscripties. Hieruit blijkt dat kritische geleerden wat minder hoog van de toren moeten blazen.

Er zijn naar verhouding maar weinig teksten uit het oude Israël. Natuurlijk is er het Oude Testament, maar de handschriften daarvan zijn relatief jong; de oudste zijn gevonden tussen de Dode Zeerollen en dateren dus uit de periode tussen het Oude en het Nieuwe Testament. Er is amper geschreven materiaal bewaard uit de tijd waarin het Oude Testament zich afspeelt. Wel zijn er massa’s muurresten, potscherven, beeldjes en andere voorwerpen gevonden, maar dus weinig inscripties; en al helemaal geen papyrussen of perkamenten. Dit in tegenstelling tot veel andere culturen (Egypte, Ugarit, Assyrië) waar wél veel geschreven materiaal van is teruggevonden.

Precies om die reden beweren kritische geleerden dat het oude Israël pas laat een eigen beschaving ontwikkelde. Het koninkrijk van David en Salomo zou niet veel meer zijn geweest dan een fantasie van schrijvers uit de tijd van de ballingschap of later. Die mening wordt de laatste jaren steeds vaker en nadrukkelijker uitgesproken. Maar hoeveel recht van spreken hebben deze wetenschappers? Steeds minder. Terwijl de twijfel aan de historiciteit van het Oude Testament dus toeneemt, zijn er – paradoxaal genoeg – de laatste jaren belangwekkende inscripties ontdekt die de lacune opvullen.

Op de website van het pas opgerichte Logos Instituut beschrijft Pieter Lalleman deze inscripties. Klik hier om dat artikel te lezen.

Weet meer:

www.weet-magazine.nl/regeringszegels-gevonden

www.weet-magazine.nl/buiten-bijbelse-bronnen

Meer weten over dit onderwerp? Lees het in Weet Magazine nummer 10.

Kwam Salomo’s goud uit Amerika? Klik hier om daar meer over te lezen.